Wat is klei, de basis
Parent Category: Handvaardigheid
Category: Boetseren
Article Index
Page 1 of 2
![]() |
![]() Sedimentaire klei - die we meestal gebruiken- kan de volgende samenstelling hebben: |
Klei is opgebouwd uit kleiplaatjes die door een elektrische kracht bijeengehouden worden. Over het algemeen werkt water als glijmiddel tussen deze plaatjes (vergelijk dit met water tussen twee glasplaten). Hoe beter ze gelaagd liggen, des te groter is de cohesiekracht. Dit heeft als resultaat dat de klei zeer plastisch is. Je spreekt dan van lange klei. Klei waarvan de plaatjes schots en scheef liggen (bijvoorbeeld door vorst) moet dus weer plastisch gemaakt worden. Dit doen we door middel van walken of domweg door de klei enkele maanden te laten liggen, zodat de plaatjes weer op hun plaats zakken. Over het algemeen is vette klei erg plastisch. De klei droogt daardoor echter langzaam en ongelijkmatig; hierdoor is de kans op barsten en scheuren groter. |
![]() Natuurklei Dit is klei die na de winning is gereinigd en die zonder toevoegingen kan worden gebruikt. Rode aardewerkklei Deze klei is ook bekend onder de naam terracotta. Meestal is het een ijzerhoudende secundaire klei, rood van kleur, tamelijk zacht, met een goede plasticiteit en sterkte. Rode aardewerkklei is uitstekend geschikt voor boetseren, het opbouwen met de hand en draaien. Pijpaarde Deze secundaire klei is blauw of zwart van kleur die sterk krimpt bij het drogen en bakken. Bij toevoeging aan een kleibrood zorgt pijpaarde voor een grote plasticiteit en sterkte. Een ‘kleibrood'' is een soort klei of mengsel van kleisoorten. |
Porseleinaarde of Kaolien Porseleinaarde of kaolien is een primaire klei. Gewassen Kaolien bestaat uit verweerd graniet en heeft een zeer geringe plasticiteit. Het is minder glazig dan pijpaarde, krimpt weinig en wordt wit tijdens het bakken. Porseleinaarde wordt gebruikt om het kleibrood bewerkbaar te maken en dient als bindmiddel. Het is in de meeste kleibroden het belangrijkste middel om een witte kleur te krijgen. Verder kan het worden gebruikt als glazuur op basis van aluminiumzouten en silicaten. Vuurvaste klei Vuurvaste klei dankt zijn naam aan zijn hittebestendigheid. De eigenschappen verschillen van soort tot soort; sommige zijn plastisch en andere grof en korrelig. Vuurvaste kleisoorten bevatten meestal enig ijzer en worden gevonden in de buurt van kolenlagen. Zij worden gebruikt voor isolatiestenen, vuurvaste stenen, oveninterieur en als toevoeging aan klei voor steengoed om deze een zekere plasticiteit te geven en bestand te maken tegen hoge temperaturen. Steengoedklei Gladde plastische steengoed kleisoorten van afzettingsgesteente zijn bestand tegen hoge temperaturen. Zij zijn gewoonlijk vaalgeel, grijs of lichtbruin van kleur. Steengoedklei kan niet zonder meer zonder toevoegingen worden gebruikt. Bentoniet Deze uiterst fijne en plastische kleisoort vindt zijn oorsprong in vulkanische as. Bentoniet wordt aan kleibroden toegevoegd om de plasticiteit te verbeteren. Een van de meest gebruikte kleisoorten is Chamotte. Hier zijn 2 soorten van: 1. Chamotte-fijn voor keramisch vormen met een wanddikte tot 4 cm. Deze bavat korrels tot een dikte van 0.5 mm. 2. Chamotte-grof voor grotere boetseervormen. Deze bevat korrels met een diktevan 0.5 mm tot 2 mm. Het voordeel van deze grove korrel is: - De scherf blijft poreus en het watertransport (poriënwater en kristalwater) wordt bevorderd (tot 900 C) - De klei droogt regelmatiger, er bestaat minder kans op scheuren. - Door het watertransport kan men de oven sneller stoken, waardoor er een verminderde kans op bakscheuren ontstaat. - Bij het kneden geeft de chamotte stevigheid aan de klei. |
![]() |
![]() |
![]() |